Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 52

Psalmen

Index

Hoofdstuk 53

1

 Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op Machalath. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God; zij verderven het, en zij bedrijven gruwelijk onrecht; er is niemand, die goed doet.

2

 God heeft van den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht.

3

 Een ieder van hen is teruggekeerd, te zamen zijn zij stinkende geworden, er is niemand, die goed doet, ook niet een.

4

 Hebben dan de werkers der ongerechtigheid geen kennis, die Mijn volk opeten, alsof zij brood aten? Zij roepen God niet aan.

5

 Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard geworden, waar geen vervaardheid was; want God heeft de beenderen desgenen, die u belegerde, verstrooid; gij hebthen beschaamd gemaakt, want God heeft hen verworpen.

6

 Och, dat Israels verlossingen uit Sion kwamen! Als God de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeren, dan zal zich Jakob verheugen, Israel zal verblijd zijn.

Psalmen 54

 

 

 

Please Click the Ads.

Clicking the Ads helps us to keep this free Bible website open for everyone.

Thanks!

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: